Op een bedje van aardappelen

Waarom zou je aardappelen kweken?

Aardappelen zijn spotgoedkoop in de winkel, en in je tuin nemen ze al gauw veel te veel plaats in. Dus waarom zou je ze dan zelf kweken?

Misschien gewoon hierom: stel dat onze vanzelfsprekende, veel te goedkope voedselvoorziening in de komende jaren hapert. Wat gaan we dan eten? Droge voeding hamsteren helpt een tijdje, maar daarna zullen de jacht en de visvangst zullen bijster weinig opleveren in volgebouwd Vlaanderen. In The Resilient Gardener: Food Production and Self-Reliance in Uncertain Times houdt Carol Deppe onder meer een pleidooi voor de Solanum tuberosum, onze nederige patatten dus.

Of gewoon voor de smaak: uit blinde smaaktests is gebleken dat met compost gekweekte aardappelen gewoon lekkerder zijn dan klassiek bemeste aardappelen, en dat die terroir of teeltwijze meer doorweegt dan de raskeuze. Ga dus voor kwaliteit!

Frieslander en Robinta, pas geoogst
Frieslander en Robinta, pas geoogst

Hoe kweek je ze?

En ga meteen ook voor kwantiteit: aardappelen brengen meer koolhydraten per vierkante meter op dan om het even wat wij in Europa kunnen kweken. Ze bevatten evenveel eiwit (in de droge stof) als de meeste granen – alleen droge bonen doen nog beter. Ook hun gehalte aan vitamine C en mineralen is prachtig – ze zijn ook prima voor je lijn als je ze niet verzuipt in frituurolie of vettige sauzen.

Per calorie input (werk en compost, zeg maar) brengt de eenvoudige aardappel het meeste calorieën op. Iedere dummy kan een aardappel in de grond stoppen en er wat compost overheen strooien. Graan kweken is daarentegen verre van simpel.

De kunst bestaat er natuurlijk in om de gevreesde aardappelplaag te omzeilen. Klassieke landbouwers spuiten hun aardappelgewas tot 25 keer per groeiseizoen – de naam gifpieper is dan ook terecht voor dat soort knollen. Nu, helemaal ongelijk kan ik ze niet geven: Phytophthora infestans is immers een heel hardnekkige schadelijke schimmel op aardappel (en tomaat), en die wordt juist door dat gifspuiten elk jaar nog wat weerbarstiger.

Hoe gaan we dan wel ecologische en dus gezonde patatjes kweken? Voorkomen is ook hier beter dan genezen:

  • Kweek eens resistente aardappelrassen: Sarpo Mira, Carolus, Vitabella, Connect, Alouette, Sevilla, …
  • Je vindt het plantgoed van die sterke rassen niet gemakkelijk in de gewone tuinwinkel. Raar? De winstmarges op fungiciden zijn hoger dan die op pootgoed. Dus…
  • Velt biedt (juist daarom) al vele jaren een assortiment aan phytophthoraresistente rassen aan. In 2020 waren dat dertien rassen.
  • sarpo una in september (1)
    Sarpo Una in september: het loof is nog frisgroen en blijft maar groeien.
  • Kweek vooral geen Bintjes, want die zijn supergevoelig voor Phytophthora en nog een paar andere kwaaie ziekten. Een flinke deuk voor hun culinaire faam, dus. Weet je overigens dat dit ras 100 jaar geleden maar heel koel onthaald werd door de koks?
  • Biodiversiteit: kweek vooral veel verschillende rassen. Je hoeft niet van elk ras een are te zetten als je wat plantgoed uitwisselt met tuinvrienden. Die variatie zal trouwens nog van pas komen in de keuken.
  • Kiem je plantaardappelen goed voor: zo krijgen ze een voorsprong. Gewoon omstreeks half maart al je potertjes in eierkartons leggen, één per hokje, eerst op kamertemperatuur. Zodra de scheuten te zien zijn, zet je ze koeler (tot 10 graden) en vooral heel licht.
  • Wisselteelt, dat moet: plant je aardappelen niet vaker dan eens in de vier jaar op hetzelfde perceel. Anders kunnen aaltjes massaal toenemen, met aardappelmoeheid tot gevolg.
  • Kies je perceel op een zonnige, luchtige plaats, niet dicht bij een haag of zo. En neem ruime plant- en rijafstanden: zo kan het loof tijdig opdrogen;
  • Geef je aardappelen niet te veel stikstof: dat geeft veel en teer blad, en daar zijn onder meer schimmels tuk op. De klassieke tuinier is te kwistig met ondergespitte mest! Een halve emmer compost per vierkante meter, die je over je pas geplante pootaardappelen strooit, volstaat.
    Voor wie niet wil/kan bemesten of aanaarden: strooi vanaf half mei, en de hele zomer na iedere maaibeurt een dun laagje gazonmaaisel over je rijen heen – idem met fijn haagsnoeisel. De talrijke pieren maken hiervan dan wormenmest: de beste voeding voor aardappelen!
  • Voor de knolvorming en –kwaliteit strooi je rond half mei 100 g vinasse of patentkali per vierkante meter.
  • Versterk je planten eventueel door om de paar weken met basaltmeel of lavameel te stuiven, of door heermoesaftreksel te spuiten.
  • Het aangetaste aardappelloof tijdig afmaaien kan het doorgroeien van de schimmel tot in de knol voor de oogst afremmen.

Bewaren om langer te genieten

Sarpo Mira: laat, superresistent en -productief
Sarpo Mira: laat, superresistent en -productief

Zorg vanaf november voor een bewaarplek tussen 8 en 12 °C  – dat is het moeilijkste aan heel de bewaarklus. Controleer met een thermometer: meten is weten. Bewaar aardappelen ook donker (om groenvorming te vermijden) en luchtig (tegen mogelijke schimmels).

Aardappelen ademen, zweten en verbranden calorieën! Tot pakweg november maken ze wel een natuurlijke periode van rust door en ademen dan zeer weinig.

Controleer een paar keer op rotte exemplaren: die kunnen door de aardappelziekte zijn aangetast en snel de rest aansteken.

Na de rustperiode gaat de knol, boven 10°C, meer ademen en heeft hij de neiging om scheuten te vormen. De knol verschrompelt, de schil wordt rimpelig.

Aardappelen bewaar je ook niet te koud. Onder  8°C neemt het suikergehalte sterk toe en daardoor ook het acrylamidegehalte als ze worden gebakken of gefrituurd.  Acrylamide is schadelijk voor onze gezondheid.

Vanaf januari moet je regelmatig scheuten verwijderen.  Chemische – kankerverwekkende! – kiemremmers zijn gelukkig niet meer te koop.

Even logisch is dat je je vroege rassen eerst en je late rassen laatst opeet: hoe vroeger het ras, hoe sneller het scheuten maakt.

Luchtige bakken – in je kelder of zo –  zijn beter dan aardappelzakken: die dienen in principe enkel voor het vervoer en voor korte bewaring.

De aardappeleters

Van linksachter met de klok mee; Laura, Truffelaardappel, Bionica, twee dochters van Sarpo Mira x Vitelotte Grande, Corne de Gatte, Bleue d'Auvergne (3)
Van linksachter met de klok mee; Laura, Truffelaardappel, Bionica, twee dochters van Sarpo Mira x Vitelotte Grande, Corne de Gatte, Bleue d’Auvergne

Op http://www.20potatoesaday.com/ getuigt ene Chris Voight over die twee maanden lang dat hij bijna uitsluitend aardappelen at: eenzijdig, Amerikaans, maar toch gezond en goedkoop – en, meegenomen: hij viel af.

Alleen maar aardappel eten is natuurlijk eenzijdig, maar als de nood aan de man komt, heb je aan aardappel, (geiten-)melk en wat groente een volwaardige voeding. Het is trouwens op dit dieet dat de doodarme Ierse boerenbevolking tussen 1779 and 1841 toenam van 5.7 miljoen tot maar liefst 8.2 miljoen. Daarna volgde de grote aardappelplaag, vooral omdat de boertjes slechts een paar productieve rassen teelden, en dan nog in monocultuur

Pas die (bio)diversiteit ook eens in je keuken toe! Wie enkel fletse, afgekookte knollen kent, moet maar eens de volgende heerlijkheden proberen:

  • Krielaardappelen in de schil gestoomd, met een pittig yoghurtdipsausje
  • Simpele puree, maar dan met karnemelk en een greep verse fijngehakte tuinkruiden;
  • Vitelotte is een lust voor het oog met zijn paarse vruchtvlees; Mayan Gold is dan weer gewoon geel, maar je stoomt dit ras in amper 10 minuten bloemig gaar; er zijn zelfs rassen met paars of roze vlees van binnen; Pink Fir Apple ziet eruit als een smalle aardpeer, en smaakt naar noten; …
  • Mijn favoriete recept: Sarpo Mira (of om het even welke aardappel) in blokjes snijden, en dan met wat knoflook en Provençaalse kruiden in hete olijfolie gaarstoven. Of in de oven. Hmm!

2 gedachten over “Op een bedje van aardappelen”

Plaats een reactie