Zwartmoeskervel

Nooit van gehoord?

Zwartmoeskervel is een minder bekende schermbloemige plant, die  wetenschappelijk Smyrnium Olusatrum en in het Engels Alexanders heetJa, volgens legendes zou Alexander de Grote deze groente veel hebben gegeten. In ieder geval kookten de Romeinen en onze middeleeuwse voorouders zwartmoeskervel mee in hun stoofpotjes. Maar waar vind je deze beresterke, oergezonde groente tegenwoordig nog?

Je moet goed zoeken naar zaad of plantgoed gaan zoeken.  Het zaad houdt zijn kiemkracht niet lang: dat lijkt mij de voornaamste reden voor die onbekendheid. Trouwens: het zaad is zwart en vrij dik voor een schermbloemige,  en zwart: vandaar de naam van deze plant, blijkbaar.

Zaad/plantjes?

Vers zaad heb ik in augustus en september; plantjes tussen november en maart.

De teelt

Deze groente start je op met vers zaad: ter plaatse zaaien werkt het best. Of je start met plantjes die je krijgt. Gewoon uitplanten, op bijvoorbeeld 30 x 30 cm, in een border met andere doorlevende gewassen. Het is een heel zorgeloze teelt – zolang niemand op het idee komt om er hectares vol van te planten, want dan komen er op den duur wel specifieke ziekten en plagen in deze teelt.

Zwartmoeskervel is perfect winterhard, maar de planten zien wel af bij langdurige vriezende wind. Langdurige droogteperiodes verdraagt deze oude groente niet, maar verder is dit een robuuste, sierlijke plant. Al van kleinsaf straalt het opvallend glanzende blad van de jonge blaadjes die levenskracht uit, en wanneer zwartmoeskervel plant bloeit, doet hij dat uitbundig, tot 150 cm hoog,  met bloeischermen die talloze nuttige beestjes aantrekken. Een ware aanwinst dus voor de ecologische tuin.

Deze schermbloemige is meestal tweejarig, maar vaak gaan de planten ook drie of vier jaar mee, zeker als je de bloeistengels systematisch verwijdert (en opeet).

In de keuken

Zwartmoeskervel smaakt niet naar kervel, net zomin als een luipaard een soort paard is. De smaak zit tussen selderij, pastinaak en zevenblad (tja). Het blad kun je bijna het hele jaar plukken, en gewoon als selderijblad gebruiken: zo heb je al een culinair aanknopingspunt, hé.

Het lekkerste is echter de jonge bloemstengel, die we tussen april en juni snijden – naargelang de voorjaarstemperaturen. Die – verrassend milde en malse –  stengel snijden we bijvoorbeeld in julienne voor een verwarmende lentesoep, of stoven we met flink wat zwarte peper en sojasaus.

Verder zou je ook de wortel kunnen eten, en de hele plant bleken onder een zwarte emmer of iets dergelijks, maar dat hoeft voor ons niet meteen.

 

Deze zwartmoeskervelstengels zijn het oogstbare product bij uitstek

Voor meerwaardezoekers: Annetanne schrijft veel diepgaander over zwartmoeskervel.

 

2 gedachten over “Zwartmoeskervel”

Plaats een reactie